Bijstandsuitkeringen
De coronacrisis zorgde voor een (kortdurende) stijging in het aantal bijstandsuitkeringen. Inmiddels is het aantal uitkeringen weer ruim onder het niveau van begin 2020 gezakt.
Vergeleken met Nederland als geheel zijn er in Nijmegen veel mensen met een bijstandsuitkering. Onder hen veel alleenstaanden (70%), maar ook 1- en 2-oudergezinnen. In totaal wonen 2.700 Nijmeegse kinderen in een uitkeringsgezin.
Veel manieren om aantal bijstandsuitkeringen te tellen
Het op het eerste gezicht misschien simpele gegeven van het aantal bijstandsuitkeringen kan op veel manieren bepaald worden:
- Tel je alleen uitkeringen P-wet, of reken je ook aanverwante uitkeringen als IOAW, IOAZ en BBZ mee?
- Tel je uitkeringen aan dak- en thuislozen of bewoners van instellingen mee?
- Kijk je naar het aantal uitkeringen op een bepaald moment, of over een bepaalde periode, breng je achteraf correcties aan?
- Tel je alleen uitkeringen tot de AOW-leeftijd of ook uitkeringen aan ouderen?
- Tel je het aantal uitkeringen, of het aantal volwassenen dat van een uitkering afhankelijk is?
- Daarnaast spelen nog allerlei administratieve keuzes (bijv. kijk je naar datum van registratie, of naar datum van geldigheid van de uitkering)
In verschillende statistieken en publicaties worden verschillende definities gehanteerd.
Voor Nijmegen geldt dat op 1 januari 2023 er volgens een smalle definitie (alleen P-wet tot AOW-leeftijd, zonder bewoners van instellingen en mensen zonder vast adres) minder dan 6000 bijstandsuitkeringen werden verstrekt. Volgens een bredere definitie (incl. IOAW/IOAZ, incl. bewoners instellingen en adreslozen) zijn dat er bijna 6.700. Bij deze 6.700 uitkeringen/huishoudens zijn ongeveer 7.500 volwassenen betrokken.
Figuur: Samenstelling bestand bijstandsuitkeringen tot AOW-leeftijd, 1-1-2023. Bron afdeling Inkomen, gemeente Nijmegen.
Na coronapiek weer daling van het aantal mensen in bijstand
De start van de coronacrisis in maart 2020 zorgde voor een trendbreuk in de ontwikkeling van het aantal mensen met een bijstandsuitkering: na een jaar van daling steeg het aantal uitkeringen met ongeveer 400 tot bijna 7.500 in juli 2020. Sindsdien is het aantal uitkeringen echter niet meer zo hoog geweest en vanaf mei 2021 is er sprake van een behoorlijke daling. Het aantal bijstandsuitkeringen op 1 januari 2023 (6.700) ligt inmiddels zeer ruim onder het niveau van de start van de coronacrisis.
Figuur: aantal bijstandsuitkeringen (Pwet, IOAW/IOAZ en BBZ, instellingen en dak- en thuislozen) in Nijmegen. Bron: Dashboard Sociaal Domein.
In Nijmegen meer bijstandsuitkeringen dan landelijk gemiddeld
In Nijmegen ligt het percentage bijstandsuitkeringen ruim boven het landelijk gemiddelde. Dit is in bijna alle grotere steden het geval. Ook vergeleken met de andere Nederlandse kennissteden is het Nijmeegse cijfer iets bovengemiddeld: er zijn er 3 waar het percentage nog hoger is dan in Nijmegen, en 4 die gunstiger scoren.
Figuur: Aantal bijstandsuitkeringen (algemene bijstand tot AOW, zonder IOAW en instellingbewoners/dak- en thuislozen) als % bevolking 20-65. Bron: CBS, jan 2022.
Ook de lijn in de ontwikkeling van het bijstandscijfer in Nijmegen is vergelijkbaar met die in andere (kennis)steden.
In onderstaande figuur wordt de ontwikkeling van het aantal bijstandsuitkeringen in 4 kennissteden vergeleken met die in Nijmegen. Ook daar is te zien dat de stijging bij de start van de corona-crisis in 2020 gevolgd wordt door een daling.
Figuur: ontwikkeling bijstandsuitkeringen (Pwet, IOAW, IOAZ) Nijmegen en 4 kennissteden (Arnhem, Groningen, Enschede, Eindhoven). Bron: BUIG-benchmark.
In- en uitstroom in de bijstand
De stijging van het aantal mensen in de bijstand in (het voorjaar van) 2020 was het gevolg van zowel een piek in de instroom, als een daling van de uitstroom. In onderstaande figuur is goed te zien dat na de instroompiek van 2020 in 2021 en 2022 veel minder mensen de bijstand binnen komen.
Figuur: In- en uitstroom bijstandsuitkeringen per maand. Bron: dashboard Sociaal Domein.
Bij de uitstroom is de ontwikkeling wat grilliger. Na de daling in 2020 is er in 2021 een flinke stijging van de uitstroom. In 2022 zakt de uitstroom echter weer flink, is zelfs lager dan in 2020. De uitstroom blijft nog wel steeds behoorlijk hoger dan de instroom. De daling van de uitstroom kan deels ook juist samenhangen met de tijdelijk hoge instroom van 2020: in de coronacrisis stroomden veel mensen met in principe redelijke arbeidsmarktkansen de bijstand in. Die stroomden ook snel weer uit toen de vraag naar personeel weer aantrok. Onder de "resterende" groep bijstandsontvangers zijn er meer met afstand tot de arbeidsmarkt.
Het beëindigen van een uitkering kan verschillende redenen hebben.
- De belangrijkste reden is het vinden van werk. In 2020 kwam dit duidelijk minder voor (41%), dan in 2021 en 2022.
- In 13-15% van de gevallen is verhuizing, naar een andere gemeente in Nederland of naar het buitenland, de reden voor het stopzetten van een uitkering.
- Zo'n 8-9% van de beëindigingen is omdat de betrokkene geen inlichtingen meer geeft of niet verschijnt op afspraken.
- Het percentage uitstroom omdat mensen gaan studeren en een studiebeurs krijgen is in 2022 flink lager dan in de jaren daarvoor.
Figuur: Uitstroomredenen bijstand. Bron: dashboard Sociaal Domein.
Een grote vaste kern
Op 1 januari 2023 werden er in Nijmegen zo'n 6.700 bijstandsuitkeringen verstrekt. Een deel van die uitkeringen gaat naar een grote, vaste kern: 56% van de uitkeringen loopt al langer dan 5 jaar, 70% langer dan 3 jaar.
Figuur: Bijstandsuitkeringen naar duur uitkering, stand 1-1-2023. Bron: klantbeeld afdeling Inkomen.
Vanzelfsprekend neemt het aandeel mensen dat al lang in de bijstand zit toe met het stijgen van de leeftijd: van de 55+ers met een bijstandsuitkering bestaat die situatie in bijna driekwart van de gevallen al langer dan 5 jaar.
55+-ers, 1-oudergezinnen en jonge mannen
Als je kijkt naar de huishoudensvormen onder de cliënten van de P-wet/bijstandsuitkering dan vallen een aantal zaken op:
- De grootste groep binnen de uitkeringsontvangers zijn oudere (55+) vrouwen; het aantal vrouwen 55+ in de bijstand is duidelijk hoger dan het aantal mannen uit de oudste leeftijdsklasse.
- Alleenstaande moeders hebben ook een groot aandeel in de uitkeringsontvangers: 14%, ruim 900 huishoudens.
- Bij de alleenstaande tot 34 jaar, in totaal zo'n 1.200 uitkeringen, gaat het vaker om mannen (bijna twee derde van de alleenstaande jongeren) dan om vrouwen.
- 2-oudergezinnen en 2-persoonshuishoudens vormen een minderheid onder de uitkeringsontvangers.
Figuur: Huishoudenssamenstelling cliënten met bijstandsuitkering, 1-1-2023. Bron: klantbeeld afdeling Inkomen.
Kinderen in uitkeringsgezinnen
Ongeveer 1.400 (1- en 2-ouder) gezinnen ontvangen een bijstandsuitkering. Tot deze gezinnen horen rond de 2.700 minderjarige kinderen. Dit betekent dat ongeveer 9% van de Nijmeegse kinderen in een uitkeringsgezin leeft. Dit is een stuk hoger dan in Nederland als geheel, waar 6% van de kinderen in een uitkeringsgezin woont. Vergeleken met de kennissteden is het percentage gemiddeld.
Het aandeel kinderen dat in een bijstandsgezin woont is sinds 2016 aan het dalen.
Figuur: Aandeel minderjarige kinderen dat in bijstandsgezin woont, op 31-12. Bron: CBS Jeugdmonitor Open data.
Huishoudens met bijstand of inkomensondersteuning maken vaak ook gebruik van regelingen op andere gebieden
In het Sociaal Statistisch Bestand 2022 is het gebruik van 18 (gemeentelijke) regelingen op het gebied van inkomen, werk, zorg of jeugd per huishouden geïnventariseerd.
Van de zelfstandig wonende huishoudens in Nijmegen maakt 17% gebruik van een of meer gemeentelijke inkomensregelingen (bijzondere bijstand, kwijtschelding, etc.) en/of heeft een bijstandsuitkering. Deze huishoudens zijn ook veel meer dan gemiddeld te vinden in regelingen op de terreinen zorg (WMO), werk (re-integratietrajecten) of jeugd (leerplicht, VSV, etc.).
Figuur: Welk deel van huishoudens is bekend in regelingen rond jeugd, werk of zorg. Bron: SSB 2022.
- Bijna 40% van de huishoudens in inkomensregelingen maakt ook gebruik van zorg, tegenover 16% gemiddeld voor alle huishoudens.
- Ongeveer 13% is te vinden in regelingen rond werk, bij een gemiddelde van 3%.
- Ook het aandeel in jeugdregelingen (ongeveer 10%) is hoger dan gemiddeld voor alle huishoudens (6%).