Cultureel erfgoed
- Voor sommige soorten cultureel erfgoed is het aantal in Nijmegen lager dan in de benchmarksteden (rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten), voor andere soorten hoger (archeologische monumenten/complexen/terreinen en oorlogsmonumenten).
- Veel Nederlanders vinden ‘historische stad’ een passende omschrijving van Nijmegen.
Divers aanbod cultureel erfgoed
- Nijmegen telt 254 rijksmonumenten. Dat is meer dan in Eindhoven en Enschede en minder dan in de andere benchmarksteden. Van die steden tellen Maastricht en Leiden veruit de meeste rijkmonumenten. Het meest bezochte rijksmonument in Nijmegen is de Stevenskerk. Na de coronajaren trok het aantal bezoeken weer aan (102.800 bezoeken in 2022, met daarbij de opmerking dat de kerk enkele maanden gesloten was, versus 125.000 in 2019). Verder telt Nijmegen 546 gemeentelijke monumenten.
- Nijmegen telt veel archeologische rijkmonumenten, complexen en terreinen (in totaal 54 eind 2018). Van de benchmarksteden heeft alleen Groningen er meer van. In 2021 heeft de Neder-Germaanse Limes de status van UNESCO Werelderfgoed gekregen. Daarmee zijn in Nijmegen de Romeinse legerkampen op het Valkhof, de Hunerberg en het Kops Plateau en het aquaducttracé vanuit Berg en Dal naar de Hunerberg, die in de bodem van bewaard zijn gebleven, Werelderfgoed geworden.
- Ook zijn er in Nijmegen, net als in Arnhem, meer oorlogsmonumenten (60) dan in de benchmarksteden.
- Verder telt Nijmegen twee beschermde stadsgezichten (benedenstad en 19e-eeuwse schil). Dat is minder dan in Groningen, Arnhem en Eindhoven.
- In zes Nijmeegse musea is erfgoed te zien: Museum Het Valkhof, De Bastei, Velorama (nationaal fietsmuseum), Museum voor Anatomie en Pathologie, het Infocentrum WO2 en het Gebroeders van Lymborch huis. In vergelijking met de benchmarksteden is het aantal musea in Nijmegen gemiddeld.
- Het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis, dat als startpunt dient voor iedereen die meer van de geschiedenis van de oudste stad van Nederland wil weten, telde in de periode 2015-2019 jaarlijks gemiddeld 26.000 bezoeken. In 2022 waren er 13.600 bezoeken, met daarbij de aantekening dat het huis minder vaak open was dan voor de coronapandemie.
- In de jaren voor de coronapandemie werd de studiezaal van Het Regionaal Archief Nijmegen jaarlijks circa 5.500 keer bezocht. Na de coronajaren werden in 2022 3.100 bezoeken geteld. Het aantal bezoeken aan de digitale studiezaal nam in 2022 flink toe tot 182.200 (versus 156.500 in 2021).
Nederlanders vinden 'historische stad' een passende omschrijving
In 2005 vierde Nijmegen haar 2000-jarig bestaan. Voorafgaand aan ‘Nijmegen 2000’ (in 2004) waren Amsterdam en Maastricht de meest genoemde steden bij de vraag naar de oudste stad van Nederland. Na afloop van ‘Nijmegen 2000’ (in 2006) werd Nijmegen het meest genoemd.
Ook bij het in 2015 verrichte imago-onderzoek onder Nederlanders werd Nijmegen het meest als oudste stad genoemd (35%) met Maastricht en Amsterdam op de tweede en derde plaats (31 respectievelijk 16%). Bij de vervolgmeting in 2022 is het verschil groter geworden: 42% van de Nederlanders noemt Nijmegen als oudste stad van Nederland, 27% Maastricht en 14% Amsterdam.
Bij de open vraag waar Nederlanders aan denken bij Nijmegen noemen veel Nederlanders zaken die met de geschiedenis van de stad te maken hebben; 16% maakt opmerkingen over Nijmegen als oud(st)e stad en stad met historie, 17% benoemt de Romeinse geschiedenis, 5% de Tweede Wereldoorlog en 3% Karel de Grote.
Van alle voorgelegde beschrijvingen van Nijmegen (onder meer loopstad, studentenstad, cultuurstad, kennisstad en duurzame stad) vinden Nederlanders ‘historische stad’ het meest een passende omschrijving (74%).
Veertien procent van de Nederlanders, die Nijmegen in de voorgaande periode bezocht hebben, kwam naar Nijmegen om er de geschiedenis van de stad te ervaren. Bijna al die bezoekers zijn positief over wat Nijmegen op dit vlak te bieden heeft. Het ervaren van de geschiedenis is ook veel genoemd als reden waarom men de stad in de toekomst wil gaan bezoeken, namelijk door 36% van de Nederlanders, die Nijmegen in de toekomst (misschien) willen gaan bezoeken.