Kwaliteit
Van onderwijs en leerlingen wordt kwaliteit op meerdere fronten verwacht: kwaliteit op cognitief gebied (kunnen leerlingen goed lezen, schrijven, rekenen, informatie verwerken; weten scholen leerlingen op niveau te laten presteren) maar ook op sociaal gebied (zijn leerlingen zelfstandig, ondernemend, creatief). Voor lang niet al deze kwaliteiten zijn goede gegevens beschikbaar.
Veel basisscholen met makkelijke, maar ook veel met juist moeilijke leerlingengroep
Sinds het schooljaar 2019/2020 hanteren de Onderwijsinspectie en het ministerie van Onderwijs de schoolweging als maat voor de aanwezigheid van leerlingen met een achterstandsrisico op een school. Deze maat wordt door het CBS berekend op basis van gegevens over de leerlingen (o.a. het onderwijsniveau van hun ouders). Daarbij wordt zowel naar het aantal leerlingen met een achterstandsrisico gekeken als naar de zwaarte van dat risico.
Het schoolgewicht ligt tussen de 20 (een leerlingpopulatie zonder achterstandsrisico) en 40 (een leerlingpopulatie met een groot achterstandsrisico).
De scholen in Nijmegen kenmerken zich doordat ze meestal of een hoge, of juist een lage schoolweging hebben. De middencategorie komt in Nijmegen relatief weinig voor.
Figuur: Schoolweging scholen in Nijmegen, de kennissteden en Nederland. Bron: schoolweging 2021/2022 CBS.
Scholen met de hoogste schoolweging, met een populatie met een groter risico op onderwijsachterstand, zijn in Nijmegen, net als in de andere kennissteden, oververtegenwoordigd. Waar gemiddeld 15% van de scholen in Nederland in deze categorie valt, is dat in Nijmegen en de kennissteden meer dan een kwart (12 scholen).
Maar nog opvallender is de oververtegenwoordiging bij scholen met juist een lage schoolweging, waar weinig risico op onderwijsachterstand is. Meer dan de helft van de Nijmeegse scholen (23 scholen) heeft zo'n "makkelijke" populatie tegenover 15% van de Nederlandse scholen.
Gemiddelde scholen, horend tot de 70% middenmoters onder de Nederlandse scholen, komen in Nijmegen relatief weinig voor. Voor de overige kennissteden geldt ook dat daar relatief weinig gemiddelde scholen voorkomen, maar de oververtegenwoordiging bij scholen met een lage schoolweging is daar een stuk kleiner dan in Nijmegen.
Zwakke en excellente scholen
De onderwijsinspectie beoordeelt doorlopend alle scholen in Nederland op een aantal facetten, waaronder leeropbrengst, maar ook bijvoorbeeld leerstofaanbod, schoolklimaat en zorg. Scholen die daarbij als (zeer) zwak uit de bus komen krijgen extra toezicht.
Maart 2023 had geen enkele Nijmeegse school het predicaat "(zeer) zwak".
Het Ministerie van Onderwijs heeft sinds 2012 een programma "Excellente scholen" waarin niet gekeken wordt welke scholen onvoldoende zijn, maar dat juist insteekt vanaf de andere kant: welke scholen leveren extra hoge kwaliteit. Scholen kunnen zichzelf aanmelden voor een beoordeling in dit programma. Als een school als “excellent” wordt beoordeeld dan krijgt ze een predicaat dat 3 jaar geldig is.
Voor de periode 2017/2019 hebben vier van de Nijmeegse VO-scholen (Kandinsky, Stedelijk Gym, SSGN en Mondial) voor 1 of meer van hun afdelingen een geldig predicaat "excellent". Dat geldt ook voor de school voor speciaal basisonderwijs SBO de Windroos (locatie Lindenholt). Sinds 1 januari 2023 zijn al deze predicaten verlopen.
Veel VO-leerlingen op havo/VWO-niveau
Het niveau waarop vo-leerlingen onderwijs volgen is het beste te zien in het derde leerjaar. Voor die tijd zitten veel leerlingen vaak in nog niet naar niveau opgedeelde brugklassen, na het vierde leerjaar is het vmbo al afgelopen.
De afgelopen jaren volgde steeds ruim de helft van de Nijmeegse VO-leerlingen in het derde leerjaar onderwijs op havo/vwo-niveau. Dat is hoger dan gemiddeld in Nederland, waar dit aandeel meestal rond de 45% ligt.
De aandelen vmbo-t-ers in Nijmegen en Nederland zijn ongeveer gelijk. Met name in de lagere vmbo-niveaus zijn er in Nijmegen minder deelnemers dan in Nederland.
Figuur: Leerlingen 3e leerjaar vo, naar niveau. Bron: CBS en DUO/leerplicht, schooljaar 21/22.
Aandeel havo/VWO varieert van wijk tot wijk van 30 tot 90%
Gemiddeld genomen gaat ruim de helft van de Nijmeegse leerlingen in de 3e klas van het voortgezet onderwijs naar de havo of het VWO. Tussen de Nijmeegse wijken zijn er echter grote verschillen.
Figuur: Aandeel havo/VWO-leerlingen in 3e leerjaar, gemiddelde 20/21 en 21/22. Bron: DUO/Leerplicht.
- In veel wijken in Dukenburg, Lindenholt, Oud- en Nieuw-West en Nijmegen-Zuid gaan relatief weinig leerlingen naar havo/VWO, soms minder dan 35%.
- Aan het andere uiterste zien we veel wijken in Nijmegen-Oost en -Midden, waar meer dan 65% van de kinderen havo/VWO bezoekt.
In 2021 en 2022 weer examens op het VO
De eindexamenkandidaten uit het schooljaar 2019/2020 hebben geen centraal examen gehad, vanwege de coronacrisis. Slagen of zakken vond plaats alleen op basis van de schoolonderzoeken. Dit heeft zowel in Nijmegen als Nederland als geheel tot heel hoge slaagpercentages geleid: 98% (havo) of 99% (VMBO en VWO) van de kandidaten is geslaagd.
In het schooljaar 20/21 en 21/22 zijn er weer gewone schoolexamens geweest en is het aandeel geslaagden ook weer terug op het niveau van voor corona. Op het VMBO slaagt meestal rond de 95% van de examenkandidaten. Op het VWO en met name de havo liggen deze percentages lager. Dit patroon is zowel in Nijmegen als in Nederland als geheel te zien.
Het aandeel geslaagden op Nijmeegse scholen ligt iets boven het landelijke cijfer.
Figuur: Slaagresultaten op Nijmeegse scholen en in Nederland, 2019-2022. Bron: DUO/OOD.
Ruim helft MBO-ers volgt onderwijs op niveau 4
Van de 3.800 Nijmeegse studenten die een MBO-opleiding volgen is het aandeel op niveau 1/Entree (geen startkwalificatie) laag, slechts een paar procent. Ruim de helft volgt een opleiding op niveau 4. Dit is vergelijkbaar met de situatie in Nederland als geheel.
Figuur: Niveau opleiding Nijmeegse mbo-ers. Bron: DUO.